Out of office - Het nieuwe werken
Er wordt veel over geschreven. Het coronavirus beïnvloedt ons welzijn. De mentale impact is groot. Zowel op ons persoonlijk leven als op professioneel vlak. “Het nieuwe werken” is wordt daarbij dagelijks aangehaald als begrip, ook al bestaat de term al langer. Als niche vooral, maar het sijpelt steeds dieper door. Wat kunnen we leren van experten en ervaringsdeskundigen? Hoe ziet ons werk er in de toekomst uit?
We lezen van globale nomaden dat het gevoel van autonomie en controle over de job een grotere tevredenheid geeft. Het is exact wat ze zoeken, de vrijheid over hun leven en grensoverschrijdende mogelijkheden. Van die ‘vrijheid’ proefden vele telewerkers de voorbije maanden. Al was het (verplicht) thuiswerken niet voor iedereen een zege. We botsten snel op de grenzen van die vrijheid. We konden en kunnen er wel van leren. Hoe je nieuwe gewoontes en andere manieren van werken omarmt bijvoorbeeld. Een groeiende groep mensen ziet werk en leven als twee elementen die verweven zijn. Zo is het in regel ook voor expats.
Het nieuwe werken heeft wel wat raakpunten met tijdelijke detacheringen in het buitenland: de vervagende balans tussen werk en privé, de toegenomen internationale mobiliteit: de werknemer die, als een nomade, overal werkt en niet langer gebonden is aan één werkplek of kantoor. Dit doet het nieuwe werken vooral rijmen op mobiel werken. Voor wie liever een duidelijke scheiding heeft tussen werk en thuis, is dit een uitdaging.
We ervoeren het ook de voorbije maanden, soms botsen we tegen de grenzen van die vrijheid. Voltijds thuiswerk is zelden een goede situatie. Het traditionele kantoor heeft nog lang niet afgedaan, maar er elk op ons eigen eiland zitten werken, heeft weinig toegevoegde waarde. Het kantoor wordt eerder een ontmoetingsplek: volgens experten evolueren we in de richting van enkele dagen per week thuiswerk voor taken die concentratie vereisen en enkele dagen afzakken naar kantoor voor de contactmomenten met de collega’s en de brainstorming.
Telewerk creëert flexibiliteit en die is cruciaal voor het welzijn van werknemers. Jeroen Van Ermen, de in Spanje wonende CEO van Ariad, pionier in afstandswerk, kijkt op de volgende pagina’s vooruit naar het postcoronatijdperk. “We zullen minder reizen dan voorheen, het zal ook minder verwacht worden door klanten. Maar fysieke ontmoetingen zullen belangrijk blijven.” Dat mobiliteit en arbeidsmobiliteit in het bijzonder onder corona te lijden hebben, is een open deur in trappen. De trend zette zich trouwens al eerder in: kortere en tijdelijke opdrachten worden populairder, zo lees je in het onderzoek van Vlerick dat in dit dossier aan bod komt.
Hun geluk oogsten noemen sommige landverhuizers het. De flexibiliteit hebben om aan het jachtige leven te ontsnappen. Op eigen tempo doen en werken. Voor sommigen betekent dat ook nà de pensioenleeftijd. Ook dat is het nieuwe werken, vrijwillig (onbelast) bijverdienen na het pensioen. En daarover in alle vrijheid beslissen. Ook daarover hebben we het in dit dossier.