Joey Brown, auteur, schrijf en bewustzijnscoach op het eiland Ikaria in Griekenland
De weg van Joey Brown doet denken aan de mythe van Daedalos en Ikaros. Samen met zijn zoon vlucht Daedalos uit een labyrint. Ze ontsnappen via de lucht, als vogels, de veren met bijenwas aan houten vleugels gehecht. De zoon, jong en overmoedig, vliegt te dicht bij de zon, de bijenwas smelt en hij stort in zee. Om hem te herdenken noemt Daedalos de zee en het eiland in de buurt naar zijn zoon Ikaros.
Na haar studies Germaanse talen werd Joey Brown lerares, vertaalster, journaliste, schrijfdocente, freelancer, medeorganisator van een literatuurfestival, ze had een huis en een relatie, kortom: de zon kwam heel dichtbij, ze verbrandde zich en kreeg wat vandaag een burn-out heet.
Om te ontsnappen uit het leven waarvan ze dacht dat het zo hoorde, een tredmolen, haar labyrint, begon ze te reizen. Eén sabbatjaar werden er twee en toen drie. Op zoek naar een levensvisie die beter bij haar paste, kwam ze eerst bij het boeddhisme terecht, in Antwerpen en het Verre Oosten. Om uit te rusten van het lange reizen, van plek naar plek, viel ze in Ikaria uit de lucht. Ze beantwoordde aan een roep en leerde er Grieks, een taal die iets heel ouds in haar wakker maakte.
Daar, in die wereld van een eiland, met landschappen van de maan in de hoogte, voorbij Afrika en Mexico en idyllische stranden in de laagte, ontwikkelde ze stilaan haar eigen visie. En die resulteerde in een boek: Schrijven naar Bewustzijn Ontdek je ware verhaal, uitgegeven bij Altamira.
In dat boek vertelt hoe ze een punt achter haar oude leven had gezet en van daaruit aan een nieuw begonnen was, een lijn die slingert en kronkelt naar vandaag. Ze ontdekte dat er een methode in zat, misschien zelfs nuttig voor anderen. “Schrijfmeditatie” is wat ze nu doorgeeft. Aan zoekers zoals zij. Mensen die in een nieuwe fase van hun leven willen stappen. Mannen en vrouwen die haar zeggen dat hun jas niet meer past. Maar Joey heeft geen nieuwe jassen in de aanbieding. Ze ruilt geen nieuwe huid in tegen een oude. Ze vraagt niet om een arm af te hakken en er een nieuwe aan te zetten. Ze legt niks op. Ze doet nauwelijks meer dan je schouders en kraag rechttrekken opdat je je weer goed en warm in je oude jas voelt. Met welk verhaal loop je rond, vraagt ze? Is het een mooi verhaal, vooruit dan, maar als het je hindert, ga dan op zoek hoe je je verhaal zodanig kunt herschrijven dat het je ondersteunt in plaats van neerhaalt.
Zelf schrijft ze schrijf-meditatie zonder koppelteken: de schijnbare spanning tussen actie en stilzitten, tussen het lichamelijke en het spirituele, is niets anders dan die van de ademhaling die het innerlijke proces in de stiltemeditatie in gang zet. Met veel bagger in het begin, in die eerste vrije gedachten, in dat punt of in die lijnen, maar uiteindelijk komt het verhaal vrij. Waar schrijfmeditatie eindigt en literatuur kan beginnen, is voor haar duidelijk: het ene is de klei van het andere. In deze vorm van begeleiding gaat ze niet in op de techniek van het schrijven maar concentreert ze zich op het innerlijke proces.
Met deze zinnen sluit ze haar boek af: “Mijn schrijven begon en eindigt nu met de punt. Evengoed zou ik kunnen schrijven: het eindigt in vervulling. Het is mijn wens dat je, in wat je ook te doen staat, totale vervulling zult vinden. Welke beslissing je ook neemt, wat je volgende stap ook zal zijn. Zolang je maar in beweging blijft. Zolang je maar elke dag de punt blijft zetten.”
Het voorbije jaar heeft ze zelf stapels van notitieboekjes volgeschreven. Wordt het een boek, een vervolg op het vorige, een vernieuwd product, meer van hetzelfde of een nieuwe fase in haar eigen innerlijke proces? Een breuk of toch ook weer niet, zegt ze onmiddellijk. Met de eerste zinnen van dat nieuwe boek, zou deze schets meteen meer kleur krijgen maar die wil ze nog niet voorlezen. Ze wil alleen kwijt dat de richting misschien -heel misschien- naar literatuur zal neigen. Is dat de belofte uit het eerste, de belofte van vervulling?
Daar is Ikaros weer, maar in de versie van Hugo Claus. In zijn gedicht zijn de overmoed en de wanhoop veeleer het domein van Daedalos, want: “Ikaros wou haar warmte niet schuwen (die van de zon, van zijn moeder) wou zich begraven in haar wijde, laaiende haren.”
Met andere woorden: de zon komt weer dichterbij maar in plaats van haar veren te verliezen, zullen kleuren schitteren in het licht.