Grenzeloos vermogend: Fiscale aspecten van een internationaal vermogen bij overlijden
Steeds vaker trekken we over de grenzen heen. Een Erasmus-avontuur, een werkervaring in het buitenland of vast en zeker ook de liefde, kunnen zorgen voor een onlosmakelijke band met een land dat niet het thuisland is. Buitenlandse avonturen, of ze van lange of korte duur zijn, kunnen vervolgens aanleiding geven tot het ontstaan van een internationaal vermogen. Denk maar aan de buitenlandse bankrekening of een buitenlands onroerend goed.
De vorige bijdrage in de reeks ‘Grenzeloos vermogend’ behandelde de (fiscale) gevolgen van de internationalisering op het vermogen van een individu bij leven. We gaan vandaag een stap verder. Wat gebeurt er als een persoon die over dergelijk ‘internationaal vermogen’ beschikt, sterft? Enkele basisprincipes volgen.
Een internationale nalatenschap… en wat nu?
De eerste stap bij de afwikkeling van iedere nalatenschap, ongeacht of deze internationale bestanddelen bevat, bestaat erin te bepalen wie de erfgerechtigden zijn en wat hun erfdeel is. Pas in tweede instantie komt de vraag aan bod hoeveel de verschuldigde (buitenlandse) belasting bedraagt. In het verleden was het vaak onduidelijk op basis van welk recht de erfgerechtigden werden geïdentificeerd. Moet het nationale recht worden toegepast van de woonplaats van de erflater, of dat van zijn nationaliteit? Wordt met andere woorden de nalatenschap van de Belg die in Frankrijk woont, verdeeld overeenkomstig de Franse of de Belgische rechtsregels? En wat met het vermogen: moet men rekening houden met de ligging van deze goederen? Het antwoord op de vraag wie als erfgenaam tot de nalatenschap wordt geroepen, kan omwille van de uiteenlopende nationale principes wel eens sterk verschillen van land tot land.
Omdat het vermogen samen met de burger meer en meer mobiel werd, zorgde de eerste stap bij de afwikkeling van een nalatenschap (namelijk het bepalen van het erfdeel van iedere erfgerechtigde) met een internationaal karakter voor steeds meer onduidelijkheid. Een Europese harmonisatie voor de afhandeling van nalatenschappen met een internationaal karakter drong zich daarom op. De inwerkingtreding van de Europese Erfrechtverordening in 2015 was dan ook een verademing. Deze verordening zorgde ervoor dat de regels uit het internationaal privaatrecht voor internationale nalatenschappen op elkaar werden afgestemd.
De Erfrechtverordening
De Erfrechtverordening brengt ons aldus wegwijs in de toepasselijkheid van de verschillende nationale erfwetten. In het algemeen is de Erfrechtverordening alleen van toepassing op nalatenschappen met internationale kenmerken. Dit betekent dat de nalatenschap aanknopingspunten moet vertonen met verschillende nationale rechtstelsels. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat een overleden Belg eigenaar was van een chalet in de Zwitserse bergen, en hij ook over een zeiljacht beschikt, aangemeerd in een Italiaans havenstadje. De Belg studeerde in het verleden een jaar in Frankrijk, en heeft daar nog een geopende bankrekening. Meteen een waarschuwing in dit verband: de Erfrechtverordening is enkel van toepassing in de landen van de Europese Unie, met uitzondering van Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland.
De Erfrechtverordening is bovendien van toepassing op alle regels voor de afhandeling van de nalatenschap. Dit betekent dat het vastleggen van het toepasselijk recht aan de hand van de Erfrechtverordening toepasselijk is vanaf het ogenblik van het overlijden tot en met het ogenblik van de daadwerkelijke verdeling van de nalatenschap. Aan huwelijksvermogensrecht of de fiscale gevolgen van de nalatenschap worden door de Erfrechtverordening niet geraakt .
Centrale rol van de gewone verblijfplaats
De gewone verblijfplaats van de erflater staat, voor het vastleggen van het toepasselijk erfrecht en de bevoegde rechter, centraal. Buiten enkele specifieke uitzonderingsgevallen is de rechter van het land waar de erflater zijn gewone verblijfplaats had, bevoegd voor de afwikkeling van de volledige nalatenschap. De rechter van Zwitserland, waar de Belg zijn chalet had, is niet bevoegd voor de afwikkeling van deze nalatenschap overeenkomstig dit algemeen principe. Bijgevolg zal in de praktijk het Belgische recht van toepassing zijn op de verdeling van de Zwitserse chalet in de Belgische nalatenschap (met weliswaar internationale aanknopingspunten). Let op, het gebeurt wel eens dat een Europese rechter uitspraak doet over goederen die niet in Europa gelegen zijn maar die wél onderdeel uitmaken van een internationale nalatenschap. De Erfrechtverordening heeft dus een universele werking. Het toepassingsgebied is beperkt tot de Europese lidstaten, maar de Europese rechter kan zich wel uitspreken over niet-Europese goederen.
Opmerkelijk is dat de Erfrechtverordening geen definitie bevat van wat nu juist als de ‘gewone verblijfplaats’ van de erflater wordt gezien. Om deze ‘gewone verblijfplaats’ te bepalen zal de rechter aldus alle aspecten van het leven van de erflater in overweging moeten nemen, rekening houdend met de feitelijke omstandigheden tijdens het leven van de erflater. Zijn domicilie is slechts één van de criteria. Zo zal de Belg, ondanks dat hij zich elke zomer op zijn zeiljacht bevond, nog steeds als een Belgisch inwoner worden beschouwd.
Van zodra gekend is welke rechter bevoegd is voor het afwikkelen van de nalatenschap, moet nog worden nagegaan op basis van welk recht dit moet gebeuren. In de meeste gevallen zal dat ook hier opnieuw het recht van de gewone verblijfplaats op het moment van overlijden van de erflater zijn. Zo zal het in de praktijk veelal voorkomen dat de bevoegde rechter de nalatenschap aldus afwikkelt overeenkomstig het door hem gekende nationale recht. Op die manier krijgt de harmonisatie van het internationaal privaatrecht en de nationale erfwetten vorm.
Wanneer er echter uit de omstandigheden en feiten blijkt dat er in hoofde van de erflater een kennelijk nauwere band was met een ander land dan het land van de gewone verblijfplaats, dan is het recht van dat andere land van toepassing. Het is ook mogelijk om in een testament een rechtskeuze te maken, en te bepalen dat het recht van het land van de nationaliteit de erfopvolging zal beheersen.
Geen fiscale harmonisatie
Wat de fiscale gevolgen van een internationale nalatenschap betreft, blijft de nalatenschap onderworpen aan de fiscale autonomie van de verschillende lidstaten. Op fiscaal vlak is er dus geen sprake van harmonisatie. Een dubbele belasting bij nalatenschappen met een internationaal karakter komt aldus vaak voor. Het kan voorkomen dat meerdere lidstaten over de bevoegdheid beschikken om successierechten te heffen op een gedeelte of het geheel van de activa die zich in de nalatenschap bevinden. Op het vlak van successierechten zijn lidstaten voorlopig niet verplicht om deze dubbele belastingen te vermijden.
Een gewaarschuwd man is er twee waard. Ons advies is, wanneer u na het lezen van dit artikel van mening bent dat u de eigenaar bent van een sterk ‘geïnternationaliseerd’ vermogen, raad in te winnen bij uw adviseur om de mogelijke dubbele belasting bij een onverhoopt overlijden in de toekomst uit te sluiten of te vermijden waar mogelijk.
Meer info: ey.com.