Column: "Enjoy my husband"
Het was winter, donker en koud, van corona was nog niet echt sprake in ons land. De kinderen lagen al in bed toen mijn lief laat thuiskwam en aankondigde dat hij telefoon had gekregen uit Boston. Hij was toegelaten voor de managementopleiding waar hij al jaren van droomde. Wow! Champagne en feest in ons huis.
Een jaar voordien hadden we een plan in gang gezet met bijlessen voor de moeilijke toelatingsproeven. Slaagkans 1 op 100.
Uiteraard ben ik zo apetrots, maar na het feestje begint het te dagen. Hij gaat terug studeren, we verhuizen naar Amerika, mijn god, de kinderen moeten mee! Ik heb net een heerlijke, nieuwe job. Waar zijn we aan begonnen?
De kinderen reageren verdeeld. De kleinste van drie blijft gewoon heel schattig “Amerrrika” herhalen. De oudste is minder enthousiast. Hij is acht en zegt meteen: “Ik ga niet mee! Ik heb daar geen vrienden! Ik kan geen ‘Amerikaans’! Ik hou niet van die stomme president!” Ja, daar hadden we niet echt een antwoord op. Mijn hart breekt als ik zie hoe droevig en opstandig hij wordt van onze aankondiging. De droom van papa is voor hem een vreselijke nachtmerrie.
De dag nadien gooien we ‘t over een andere boeg, ik ben vastbesloten om het hele gezin met plezier mee te nemen naar Amerika. We vertellen over baseball. Dat is die sport met die knuppel die hij zo graag doet op sportkamp. Hij draait een beetje bij. Dan halen we ons laatste redmiddel boven: astronauten. Dat de tweede man op de maan op dezelfde school gezeten heeft als waar papa naartoe gaat, is een belangrijk argument. De verhuis is in zijn ogen nu een tussenstap op zijn eigen weg naar de maan.
Rest alleen nog mezelf te enthousiasmeren. Wat ga ik daar doen? Waarmee kan ik me bezighouden terwijl mijn man (intussen zijn we getrouwd) naar de les gaat en de kinderen op school zitten? Ik loop er lang over te tobben. Ik maak een uitgebreid plan rond groei en zelfstudie en experimenteren. Tot het moment dat ik eindelijk uitgenodigd word op de ambassade om mijn visum aan te vragen.
Na enkele schijnbaar banale vragen, zoals mijn geboortedatum en de voornaam van mijn vader, komt het inderdaad: “And what are you planning to do in the US ma’am?” Ik hoor mezelf zeggen: “I am going to take care of my husband and enjoy my kids.” Ik moet even slikken want mijn hele leven al wil ik mijn plan trekken en onafhankelijk zijn. Mijn feministische vrijgevochten hart krimpt ineen. Zodra die woorden uit mijn mond gerold zijn kijk ik in alle in alle hoeken van de kamer. Ik wil zien of er camera’s hangen die de vlaag van zinsverbijstering hebben opgenomen. De man typt mijn woorden zonder aarzelen neer. Wellicht krijgt hij dat antwoord verschillende keren per dag te horen. Ik slik, ik zou wel willen maar ik krijg mijn mond niet meer open en zeg niks. Enkele seconden later is ons visum ‘approved’, de kinderen en ik mogen meeverhuizen naar de VS.
Ik twijfel of ik aan mijn man ga vertellen wat ik zonet heb gezegd. Als ik dat doe, wordt het gegarandeerd één van de typische verhalen die op kerstavond bij de kroketten voor de zoveelste keer herverteld wordt. Ik doe het toch en zoals verwacht lacht hij hartelijk om mijn woorden. “Maar weet je”, zegt hij, ”we vertellen aan iedereen dat je daar gezegd hebt ‘I am going to enjoy my husband and take care of my kids’”. “Zorg maar dat je enjoyable bent dan”, gooi ik hem terug. “Deal!” antwoordt hij.
Sinds eind augustus wonen we in Boston: ‘enjoyable city’ en mijn man doet ook zijn best.