Column: Aangekomen
‘Wáárom wou ik dit ook alweer?’ We schrijven 26 mei. Vandaag rijd ik met mijn vader richting Salzburg. Niet voor een zoveelste tripje naar de bergen deze keer, maar om er te gaan wonen en werken – voor onbepaalde duur. De verhuiswagen vertrok een paar dagen geleden al, vandaag ben ikzelf aan de beurt, morgen krijg ik de sleutels van m’n nieuwe woonst. Vaderlief is zo vriendelijk om te helpen, ook al is uitgerekend hij de enige die niet snapt waarom ik in godsnaam op m’n 37ste nog zo nodig naar de bergen moet verhuizen. Die bergen, daar doe ik het voor. A dream come true. Maar vreemd genoeg voelt dit niet als de gelukkigste dag van m’n leven, verre van zelfs. Sinds Carlos-de-sterkste-verhuizer-van-de-wereld de laadkleppen van de verhuiswagen dichtsloeg en ik alleen achterbleef in m’n lege Belgische appartement, voel ik me slecht. Bijzonder slecht. Ik vraag me nét niet luidop af of dit wel de juiste beslissing was.
Thuis voelt namelijk al een paar dagen niet meer als thuis, en dat knaagt. Zal ik me in Oostenrijk ooit zo goed kunnen voelen als in ons fantastische Limburg? En wat dan met de familie? Ik mag er niet aan denken dat hen iets overkomt terwijl ik vrolijk door de Alpen loop te huppelen. De vriendschappen? Ik kan alleen maar hopen dat ze blijven bestaan. Nog nooit duurde een negen uur lange autorit zo lang als vandaag. Ik balanceer tussen angst, verdriet, twijfels en dromen. Pas als ik de eerste bergtop zie, kan ik een keer glimlachen. ‘Laat dit alsjeblieft de juiste keuze zijn’, fluistert m’n hart. ‘En anders keer je toch gewoon terug naar België’, antwoordt m’n hoofd. Ik sus de stemmen met een glas wijn in de Stadtkrug, en vertel de Belgische toeristen naast ons dat ik hier vanaf nu woon. Papa slikt. Als de kasten op hun plaats staan (familiestukken die ik in geen geval wou achterlaten), de lampen ophangen (Belgisch design met een Oostenrijks tintje) en vaderlief gezien heeft dat ik hier goed ben terechtgekomen, is het tijd voor afscheid. Het zoveelste. Daar zijn de schuldgevoelens weer! We houden het kort, de familie Vallé houdt niet zo van drama. Knuffel en ‘tot in november!’
Hier sta ik dan. Hier en nu begint het. Alleen, in een appartement op vijftien kilometer van Salzburg, met zicht op de Untersberg en de Hoher Göll, twee knapperds die ik vanaf nu mijn huisbergen mag noemen. Ik sta op het balkon en glimlach. Vanaf morgen ben ik communicatiemanager in de wintersportsector en pendel ik naar het werk met zicht op een stel tweeduizenders. Dat zou hier toch wel eens goed kunnen komen. Maandagochtend tref ik op kantoor een mix van expats met Oostenrijkers en Duitsers van net over de grens. Het grote voordeel van zo’n internationale bende? Ze helpen je in no time om je thuis te voelen – hun eigen verhuizing en bijbehorende struggles indachtig. Maar er zijn ook nadelen. Ze trekken soms iets te veel met elkaar op en spreken dan allesbehalve Duits. Oostenrijks – of beter nog: het o zo moeilijk verstaanbare Salzburgs! – zal ik met hen niet leren. Hoe graag ik ook met deze easygoing wereldburgers samenwerk: ik neem mezelf voor om niet in de expatbubble verzeild te raken. Ja, ik ga graag mee naar de beste Biergarten van de stad. Maar nee, ik kom datzelfde weekend niet ook nog eens naar de babyshower van Sarah, de verjaardag van Connor en het fietstochtje van James.
Als ik op vrijdagavond na het werk op de bus zit te wachten, overvalt me een geluksgevoel. Het is heet, ik zweet en ben moe – zo ineens van land, huis en job veranderen kruipt serieus in de kleren. Ik heb bovendien nog geen berg van dichtbij gezien, bezit auto noch wifi en sukkel al een week met mijn smartphone – oh laat die foto’s alsjeblieft niet verloren zijn. Maar hier, hier in dit veel te hete bushok met zicht op de besneeuwde bergtoppen voel ik voor het eerst: dit was een goed idee. Een uitstekend idee zelfs. Ik weet weer waarom ik dit wou.
Julie Vallé verruilde een job in de Vlaamse journalistiek voor eentje in de Oostenrijkse sportmediasector. Woont in de buurt van Salzburg, houdt van sport en trekt zo veel mogelijk de bergen in.
Volg haar via @julievalle