Antwerpse handjes bij de koffie in Washington
Timon Michiels is net 23 geworden, maar heeft er al een internationale kookcarrière opzitten. Zijn meest recente buitenlandervaring deed hij op als chef bij de Belgische ambassade in Washington; een jaar dat hem veel heeft bijgebracht.
Laatbloeier
“In tegenstelling tot de meeste chefs heb ik me pas na het middelbaar toegelegd op koken. In de hotelschool Ter Duinen specialiseerde ik me na een voorbereidingsjaar in restaurant & keuken. Bij die opleiding horen veel stages en kansen voor buitenlandse ervaringen; zo ging ik na een passage bij het Hof Van Cleve nog een jaar bijstuderen in Lausanne en was ik van plan daarna naar Singapore te trekken. Tot ik telefoon kreeg van de Belgische ambassadeur, of ik zin had om in Washington te komen werken.
“De Belgische keuken is een belangrijk onderdeel van onze publieksdiplomatie”
Ik ben zeer dankbaar dat ik toen, op mijn 21ste, die kans heb gekregen en dat ze niet gekozen hebben voor een oudere chef. De butler die samen met mij startte was nog maar 19 geworden. We zijn allebei enorm gegroeid in dat jaar, het is niet vanzelfsprekend zo’n functie te krijgen op die leeftijd.”
Van intens naar windstil
“Een jaar is lang maar ook heel kort. Het was een jaar waarin ik enorm veel meegemaakt heb, dat tegelijk is voorbijgevlogen. Je kan het eigenlijk opdelen in twee helften; de eerste zes maanden was het “vollenbak”, hadden we toppolitici over de vloer, werkten we samen met Belgische bedrijven zoals Brussels Airlines, Neuhaus en de Deliriumbrouwerij, en waren er tal van evenementen waar mondjes gevoed werden.
Daarna legde corona plots het leven lam en veranderde mijn taakomschrijving. In de tweede helft vielen alle evenementen weg en werd het een veel intiemere samenwerking. Alles werd kleinschaliger en persoonlijker. Af en toe was er een lunch met één diplomaat in plaats van de groepen die we eerder gewend waren.
Doordat de butler en ik op de residentie van de ambassadeur woonden, hebben we die lockdownperiode met ons vier meegemaakt. De ambassadeur en zijn vrouw werden veel meer dan onze werkgevers; we gingen regelmatig samen wandelen of bezochten het lege Washington. Dat schept toch een speciale band, waar anders minder tijd voor zou zijn. Wanneer slecht nieuws kwam van het thuisfront, waren we er om elkaar op te vangen – heel warm en familiaal was dat.”
Evenementen en filmploegen
“Denk maar niet dat de ambassadeur en zijn vrouw rijkelijk dineren, integendeel. Ze houden van eenvoud en hebben een hart voor de Italiaanse keuken. Ik zorgde voor lunch en diner en deed daarnaast ook de catering voor evenementen. Dat ging van een kleine zakenlunch tot een avondreceptie tot grote feesten met 400 gasten.
Het leukste vond ik het Sinterklaasfeest: dat werd samen met Vlamingen in de Wereld op de residentie van de ambassadeur georganiseerd en had 150 gasten, waaronder natuurlijk veel kinderen en de goedheilig man zelf. Omdat het niet mogelijk was chocolade sinterklaasmannetjes over te vliegen, heb ik toen de speculaaskruiden en speciale mallen besteld. Honderden speculaassinten hebben we toen gebakken (lacht).
Bij grote evenementen helpen de chefs van verschillende ambassades elkaar. Het is een klein wereldje, een soort netwerk dat komt bijspringen wanneer nodig. Zelf heb ik bijvoorbeeld meegewerkt op evenementen van Qatar, Zwitserland, Noorwegen en Denemarken. Zeer interessant te zien hoe de job verschillend wordt ingevuld per ambassade; de met goud besprenkelde gerechten van Qatar zal je bijvoorbeeld niet terugvinden bij de Europeanen. De ambassadeurs kwamen steevast kennismaken in de keuken, vriendelijk en dankbaar voor de hulp. Je merkt het verschil in culturen; terwijl de Belgen klassiekere diplomaten zijn, gaat het er veel losser aan toe bij de Scandinavische landen.
Maar ook andere ervaringen kon ik meepikken: zo nam ik deel aan de “Embassy Chef Challenge”, een soort kookwedstrijd tussen verschillende ambassadechefs in Washington waar een tv-programma van wordt gemaakt. Ook de filmploegen van Corps Diplomatique en De Ambassade zijn gepasseerd. Het lijkt soms veraf voor mensen, wat er in ambassades gebeurt. Daarom is het leuk om te tonen hoe hard er wordt gewerkt voor ons land en dat er bijvoorbeeld ook hele strikte budgetten zijn. Zo’n opnames zijn een goede manier om de kloof te verkleinen.”
Verschillende culturen
“We merkten al snel hoe we ons menu en werkwijze best aanpasten naar gelang de nationaliteit van onze gasten. Amerikanen zijn stipt op tijd en staan na anderhalf uur terug buiten – soms hadden we zelfs een lunch van amper drie kwartier. Terwijl Europeanen veel langer blijven hangen. Als een lunch met acht Europese ambassadeurs echt gezellig is, blijven die nog een namiddag natafelen.
Er waren ook heel wat evenementen voor het Belgische publiek: Sinterklaas, nieuwjaarsreceptie, Koningsdag, … Dat zijn momenten bij uitstek om op en top Belgisch te koken. Sommigen wonen al heel lang in de VS, dan eten ze wel eens graag stoofvlees of waterzooi op de Belgische ambassade. Je wilt niet weten hoeveel wafels ik heb gebakken en hoeveel puntzakken frietjes gevuld (lacht). Het zijn de klassiekers, met aandacht voor de Belgische producten: Tiense suiker voor de Luikse wafels, peperkoek en Tierentynmosterd. Bij de koffie lagen Antwerpse handjes; ik heb van de Belgische Bakkersfederatie het recept en de juiste vormen toegestuurd gekregen om het correct te serveren aan de andere kant van de wereld.
Vergeet niet: België en Frankrijk staan bekend voor hun culinaire niveau, de verwachtingen zijn daarom hooggespannen. De Belgische keuken is een belangrijk onderdeel van onze publieksdiplomatie.”
Belgen in Washington
Hoewel Washington een komen en gaan van internationale werknemers is, vinden de Belgen elkaar toch snel. Ze werken voor diplomatieke instellingen, de Wereldbank of mediabedrijven, of lopen stage bij één van de talrijke interessante werkgevers. “Ik leerde zo Greet De Keyser (tv-correspondent) en haar man Bart Vandaele (horecauitbater) goed kennen en vierde met hen Thanksgiving. Zij voelden echt als familie, we kwamen er bijna wekelijks over de vloer en werden met open armen ontvangen. Terwijl Greet in de vroege ochtend in haar tv-studio opnam, zat ik met Bart in de tuin nog een laatste fles wijn te ontkurken. Belgen in Washington steunen elkaar ook, ik heb zelf veel hulp gehad toen ik mijn weg zocht in het begin.
Toekomst
Intussen zit het avontuur erop en heeft Timon een appartement gekocht in Melle. Hij startte zijn eigen cateringbedrijf, altijd trouw aan zijn persoonlijke stijl: goede ingrediënten, koken op basis van je product, juist geserveerde kwaliteit.
Meer info: www.timonmichiels.be