Muzikant in Engeland
Muziektheorie bleek toch maar dat te zijn – theorie – en dus wilde Frederik 't Kindt iets anders met zijn studies. Hij trok naar Manchester, begon een studio, en eindigde zoals dat in Albion gaat, in een bandje. Dit voorjaar brengt de muzikant met dat The Slow Show een vierde album uit, en slikt hij een zoveelste afgelaste tour door. 'Het zal emotioneel worden als we eindelijk weer mogen spelen.'
'Ik was tijdens mijn studies al op Erasmus naar Groot-Brittannië geweest; een jaar op een campus in Surrey, bij Londen.' Zo begon de Engelse Ervaring van Frederik 't Kindt. 'Het was een fijn jaar,' blikt hij daar nu op terug, 'maar ik voelde toch dat dat niet het échte Engeland was. Toen na mijn afstuderen bleek dat er voor een musicoloog niet bepaald veel werk klaarlag, en dat het weinige dat er was me veel te academisch bleek, besloot ik op zoek te gaan naar een opleiding die me zou klaarstomen om in een studio te werken. Dat lag in België niet voor de hand, over het Kanaal vond ik er verschillende. Ik besloot voor Manchester te kiezen, omdat ik na dat jaar Surrey wist dat Londen me te groot – en te duur – was. Het leek me een gelegenheid om een meer Engelse leven te kunnen ervaren, waar ik in Londen waarschijnlijk toch gewoon met andere Belgen zou optrekken.'
Aah, Manchester, "so much to answer for", zoals Morrissey ooit zong. Het jaar was 2000, de broertjes van Gallagher voerden vanuit die thuisstad de plak in de Britse muziekwereld, Oasis was de grootste band ter wereld. 'Dat sfeertje fascineerde me natuurlijk', geeft 't Kindt toe. 'Vandaag is Manchester nog altijd een erg belangrijke muziekstad, maar het nadeel is dat nogal veel groepjes er nu denken dat ze het nieuwe Oasis zijn. Aan de andere kant hou ik net van die Britse 'can do'-mentaliteit.'
'Het waren de laatste jaren van Tony Blair, en er hing nog een optimisme over de toekomst. Maar er waren cultuurshocks. De eerste keer dat ik iets ging eten op restaurant vond ik het bijvoorbeeld verschrikkelijk luid. Engelsen gaan ervoor, ze feesten hard, drinken veel,… dat was wennen. Op den duur zag ik dat het ook een voordeel kon zijn. Als het even tegen zit, was de reactie: 'let's have a party and things will be fine'. Alweer dat 'komt goed'-denken; ze blijven niet bij de pakken neerzitten.'
Cultuurshocks? 'Wat me ook opviel was de fashion sense van de Britse vrouwen. Die is, euh, anders dan ik gewoon was', lacht 't Kindt, 'iets schaarsgekleder. Dan lijkt Engeland minder dichtbij dan het eigenlijk ligt. Terwijl ik het verder ook heel erg gritty vond; grauw en grijs. Ik ben vanaf mijn aankomst rechtstreeks in die Britse lifestyle gegooid: ik kwam hier aan zonder iemand te kennen, moest werk vinden, van nul beginnen, en heb toen die hele klassencultuur wel ervaren. 't Is echt een hardere maatschappij. Het is makkelijk om vrienden te worden met Engelsen, maar het is veel moeilijker om echt goeie vrienden te worden. Men is vriendelijk tegen iedereen, dus je weet niet of ze daar echt eerlijk in zijn. Zo zijn ze nu eenmaal opgegroeid, heel erg emotioneel onderdrukt. Zelfs na tweeëntwintig jaar heb ik nog de indruk dat ik mensen die ik al lang tot mijn vrienden reken écht ken. En dan heb ik nog geluk dat ik in het Noorden leef: the northerners zijn daar nog iets helderder in dan de mensen uit het Zuiden van Engeland.'
Van Rihanna en Justin naar heel veel slechte groepjes
'Na twee jaar werken en studeren ben ik blijven hangen. Ik had op die opleiding twee vrienden gemaakt die me voorstelden een eigen studio te beginnen. Het was een mooie kans: de studio was behoorlijk high-end, en we werkten al snel met grote artiesten. Vaak ging het dan om artiesten die in de lokale arena optraden, en van een dag rust gebruik maakten om aan nieuwe muziek te werken bij ons.'
'Rihanna is zo eens langsgekomen. Dat was een avontuur op zich. Om te beginnen werd er 's nachts gewerkt, om haar niet uit haar tijdzone te halen. En verder was ze best moeilijk. Het was de bedoeling dat ze nieuwe songs die voor haar waren geschreven zou uitproberen. Twee, drie uur lang was het luisteren, zei zij 'yes' or 'no', en af en toe zong ze iets in. Neen, dan viel Justin Timberlake beter mee. Dat was een fijne man om mee te werken, iemand die weet hoe hij het beste uit zijn medewerkers weet te halen. Hij kende ook alles van de vintage synthesizers die we hadden gehuurd, en bespeelde ze zelf; dat was indrukwekkend. We hebben daar lange sessies van twaalf uur mee gehad.'
'Vergis je niet, echter: die namen waren maar een fractie van het werk. Meestal waren het jonge, lokale groepjes die bij ons kwamen opnemen. Dat heb je natuurlijk in een stad als Manchester: iedereen kent wel iemand die in een bandje speelt, wat vooral wil zeggen dat er heel veel slechte groepjes zijn. (lacht) Daar had ik het langzamerhand wel wat mee gehad. Op den duur zie je snel dat iets niets zal worden. En dan voelde het niet langer goed aan om daar tijd en – vooral – mijn muzikale ideeën in te steken. Dan kon ik er beter zelf iets mee doen.'
'Eigenlijk zocht ik de vrijheid om zelf te kiezen met wie ik zou werken, en toen leerde ik Rob (Goodwin) kennen. Hij zat met zijn groepje in de studio, maar daar bleek hij niet zo gelukkig te zijn. Het klikte tussen ons, en dus zijn wij samen songs beginnen schrijven. Dat werkte goed, maar het was niet de bedoeling om een bandje te starten. We wilden gewoon schrijven en opnemen. En Rob, die had niet eens zin om zanger zijn. Dat werd hij uiteindelijk omdat we niemand anders vonden die dat op zich wilde nemen.'
En daar is The Slow Show
En zo rolde 't Kindt er toch in: 'voor onze demo's schakelden we wel muzikanten in van bevriende groepjes. Er kwam een drummer, ik sprak Joel aan om gitaren in te spelen. En plots hadden we wél een groepje. We namen een eerste EP op, en kregen goeie reacties. Toen pas ben ik overstag gegaan, en gaf ik toe: ik zou toch mee optreden. Het viel beter mee dan verwacht. Véél beter. (lachje) Ik ben een introvert, ik zit achter mijn toetsen nog altijd in mijn eigen wereld, maar dat kan dus ook op een podium. Op een bepaald moment deed ik dat zelfs liever dan in de studio zitten.'
'Vier of vijf jaar lang tourden we, en schaafden we ondertussen aan nummers. Pas toen waren we klaar voor een debuutalbum. Een Duits label was het eerste dat interesse toonden. Ons debuut was op dat moment al twee jaar opgenomen, maar we vonden niemand die toehapte tot we Haldern Pop leerden kennen. We hadden dan ook al wat getourd in Duitsland en Europa, een openbaring!'
'A beginnende band touren in Groot-Brittannië is plantrekken. De backstages lijken nergens naar, je krijgt eten noch drinken,… als je dan het Kanaal oversteekt, kom je in een andere wereld; je wordt verzorgd. In Dresden speelden we ons eerste buitenlandse optreden, en ging de wereld en onze ogen open. Thuis kwam er gemiddeld vijftig man kijken, in Duitsland gingen we uit, zou dat niet meer dan twintig zijn. Het bleek drie-vierhonderd man te zijn, we werden erg warm onthaald, mensen namen ons mee op sleeptouw de stad in. Ik was al samen met mijn vrouw, de rest was single. Ik moet er geen tekeningetje bij maken hoe dat gelopen is. Plots wisten we: it's possible, dit kon iets worden.'
Een eerste plaat in 2015 werd snel gevolgd door een tweede, de derde volgde alweer een paar jaar later, en al die tijd groeide de faam van The Slow Show. Zalen werden groter, festivalposities mooier. 'Gaandeweg werd het daardoor ook ernstiger', zegt 't Kindt. 'Als je een platenfirma hebt, een management, boekers en publishers, dan krijg je de verantwoordelijkheid voor mensen hun tewerkstelling. De zin 'we have a job to do' viel vaker; het was van belang dat we goéd speelden, een sterk optreden gaven, waar een slecht vroeger gewoon op een 'morgen beter' werd onthaald. Daar hebben we het even moeilijk mee gehad.'
En toen kwam de lockdown. 'Ik ben dan maar boekhouder geworden', zucht de toetsenist. 'Ik was al voor covid van plan een back-upplan te zoeken. Uiteindelijk zie ik me ook niet rondtouren tot mijn vijfenzestigste. Niet dat het evident was om me aan die mindset aan te passen. Ik zag mezelf niet functioneren in zo'n kantooromgeving, tot ik het idee kreeg om voor de muziekindustrie te gaan werken. Uiteindelijk ken ik die wereld, ik weet waarover zij het hebben. Auteursrechten, touring, merchandise verkopen, … ik weet hoe die dingen gaan. Voor we een management hadden, hield ik me daar bij The Slow Show zelf mee bezig.'
En ondertussen is alweer een tour gecancelled die hen in februari langs de Antwerpse Roma had moeten brengen. 'Verdorie toch, ik had er zoveel zin in', vloekt 't Kindt. 'Ook als groep hebben we er behoefte aan om de nieuwe nummers te kunnen spelen. Het wordt emotioneel als het eindelijk weer gaat mogen.'
Die verdomde Brexit
Hoe de Brexit is aangekomen ten huize 't Kindt? Een schok, lacht hij. 'Ik had het echt niet verwacht. In mijn vriendenkring heersten die sentimenten niet, maar het is nu ook niet zo'n bubbel dat ik niet wist dat er xenofobie heerste. Ik wist alleen niet dat het zo verspreid was, dat er zoveel mensen vastzitten in de geschiedenis van het oude Britse rijk. Ik heb het er heel moeilijk mee. Je ziet ook hoe de racisten nu van achter het behang komen, ze denken dat ze nu alles openlijk kunnen zeggen. Rob zegt me dat ik me moet focussen op mijn eigen microkosmos, mijn vriendenkring en gezin, en misschien heeft hij gelijk. Dan merk ik er minder van, kan ik het loslaten. Maar toch: ik heb het er moeilijk mee dat mijn kinderen nu moeten opgroeien in een maatschappij die zo navelstaart. Gelukkig hebben ze ook een Belgisch paspoort, dus ze zullen nog vrij kunnen reizen. Uiteindelijk was dat de reden dat ik hier ook ben beland. Ik kon vrij rondtrekken, en koos gewoon voor een land waar men Engels sprak. Ik kan er niet mee om dat de huidige generatie dat onmogelijk heeft gemaakt voor de komende. Het zal hen duur te staan komen, denk ik. Bij jongeren leven heel andere dingen, dus ik verwacht dat de stemming binnen pakweg twintig jaar zal omslaan en het Verenigd Koninkrijk terugkeert naar de EU. Maar dat zal lang duren.'
'En toch geloof ik dat het net dat harde, wat rauwe karakter van de Engelse maatschappij is die zorgt dat hier zoveel goeie muziek wordt gemaakt. Ook dat is een ander kantje, dat ik ook nog altijd zie: de kunst bloeit hier nog altijd. Daarom heb ik het gevoel dat ik nog altijd op de juiste plek ben voor wat ik wil doen. Ik denk dat ik toch nog maar wat blijf.'