Overslaan en naar de inhoud gaan
x
Christian Plouvier

Muzikale vrijbuiter: In dialoog met culturen

Christian Plouvier is een begenadigd muzikant en zag zowat de halve wereld. Dat laatste dankt hij vooral aan zijn echtgenote Carmen Sureda. Zij is consul en verhuist geregeld naar een nieuwe post. Hij treedt in haar voetsporen. Letterlijk welteverstaan, want figuurlijk allerminst. Samen met hun dochter Laura leefden ze in Gabon, Japan, Turkijke, Taiwan en Abu Dhabi. Het maakt Laura tot een zogenaamd third culture kid. opnieuw werd het gezin geadopteerd door een nieuw land, een nieuwe locatie. Zijn ervaringen drukt Christian muzikaal uit, de motor voor culturele ontdekkingen. Na een kwarteeuw maakt hij de balans op, als expatpartner, fluitist en vader.

‘Onzeker’ muzikaal bestaan

“Gangbare vooroordelen over het rolpatroon hielden mij nooit bezig. Ik heb mijn onafhankelijkheid kunnen behouden. Carmens loopbaan strookte met mijn persoonlijke muzikale aspiraties. Zo haaks staat ons leven niet op dat van andere koppels die allebei afzonderlijk aan hun carrière bouwen.” Niettemin was het voor de musicus en muziekleraar een drastische beslissing om het nomadenbestaan recht in de ogen te kijken.” Aan de vooravond van haar consulaire carrière stond Christian voor een dilemma. Zou hij zijn professionele verbintenissen in België opzeggen en kiezen voor een ‘onzeker muzikaal bestaan’ in den vreemde? “Collega’s verklaarden mij wel eens gek, maar ik zag het als een boeiende uitdaging. Ik heb nooit spijt gehad van deze beslissing.”

“COLLEGA’S VERKLAARDEN MIJ WEL EENS GEK, MAAR IK ZAG HET ALS EEN BOEIENDE UITDAGING. IK HEB NOOIT SPIJT GEHAD VAN DEZE BESLISSING.”

“De eerste post van mijn Carmen was Rome. Toen waren we nog niet gehuwd. Ik ging er wel geregeld op bezoek, maar bleef werkzaam in België. Dus mijn eerste buitenlandse ervaring was Libreville in Gabon. Deep Africa als vuurdoop, het kon tellen.” Sindsdien vormt elke locatie een nieuwe partituur in zijn levensverhaal. Hij reist de wereld rond op een muzikaal dieet. Aftastend en intuïtief zoekt hij nieuwe avonturen en ontmoetingen. Of dacht er iemand dat het leven van een fluitist saai is? Hij is klassiek geschoold, maar wordt beïnvloed door het lokale ritme van de muziek en de fascinatie voor ‘het andere’.

Als een vis op het droge

De eigenschappen die een goede diplomaat heeft, bezit Christian ook: belangstelling voor diverse culturen, de gave om een netwerk te ontwikkelen en een aanpassingsvermogen. Maar meer nog voor hem dan voor zijn echtgenote is een nieuwe post een wedergeboorte. Zij blijft in die ‘beschermde’ diplomatieke wereld terwijl Chirstian als een vis op het droge zijn weg naar de zee zoekt. “Ik leerde de wereld vanuit een ander perspectief te bekijken. Je moet een zekere soepelheid aan de bak leggen. Tijdens onze eerste maanden Gabon was ik danig onder de indruk van het Afrikaanse leven en de verbluffende intensiteit. Het is een land van tegenstellingen. Veel miserie maar ook grote rijkdom dankzij petroleum en tropisch hout.”

“Ik stampte er met vallen en opstaan zelf wat uit de grond en zette er mijn duobaan van leraar-fluitist voort. Instrumenten liet ik overkomen uit België, bood ze voor een symbolische habbekrats aan en gaf les aan jongeren in een geruïneerde school. Ik gaf benefietconcerten ten voordele van wezen, blinden en startte een koor op met 28 leden bestaande uit acht nationaliteiten. Daarmee traden we op in de ambassades van België, China, Rusland en Frankrijk. De muziek bracht mensen in beweging. Ik vroeg me af hoe ik me het best verhield tot deze wereld en wat ik er met mijn ambacht kon toe bijdragen. Ik leerde djembe spelen en maakte nieuwe vrienden. Die experimentele confrontatie leverde een mooie wisselwerking op.”

Third culture kid

Christian Plouvier“Als man van een consul spring je dan mee in de bres. Middenin de nacht liet ik mijn echtgenote niet in haar eentje geëvacueerde landgenoten ophalen aan de luchthaven. Dan was ik niet meer de muzikant, maar eerder de lijfwacht van mijn vrouw.” Een schaduwzijde zag Christian niet echt aan zijn leven. “Carmens werk en leven lopen wel eens door elkaar, maar dat deerde niet. In Tokio werd onze dochter Laura geboren. Negentien is ze intussen. Voor haar was de impact groter. Laura zou opgroeien als een zogenaamd third culture kid, een benaming die wordt gegeven aan kinderen die voor een langere periode in het buitenland verblijven. Ze verbleef de eerste jaren vaak in een crèche en sprak vloeiend Japans. Haar aanpassing als klein Japannerke in Turkije was een schok. Een maand lang huilde ze tranen met tuiten. En er zouden dus nog verhuizen volgen.”

“Wij kozen voor een Franse school in functie van de continuïteit. Na drie buitenposten volgt immers een passage in Brussel. Daarom was het handig dat Laura haar onderwijs kon voortzetten. Aan het Lycée français in Abu Dhabi behaalde ze haar baccalaureaat. Het viel samen met Carmens termijn. Toen zaten we in dubio. Haar laatste post zou haar naar Centraal-Afrika brengen, ikzelf had mooie aanbiedingen in de Emiraten en Laura zou universitaire studies aanvatten. Laura en ik reisden voor het eerst niet voltijds mee, maar keerden terug naar België. En dat bleek de juiste keuze. Door corona zouden we haar moeder dertien maanden niet zien. Voor Laura brak bovendien een moeilijke periode aan. Ze vond weinig aansluiting bij leeftijdsgenoten. Er wordt vaak gesproken over de talenkennis en de rugzak aan ervaringen van third culture kids, maar men vergeet hoe moeilijk zij accorderen met zij die amper het geboortedorp verlieten.”

Met een partituur op de schoot

Na drie jaar Gabon volgde Japan. Het was een grote sprong van Libreville naar de fraaie residenties in Tokio. Japan staat tegenover Gabon zoals strak tegenover zwierig. “Muzikaal is Japan erg klassiek georiënteerd. Ik zat geen minuut stil in Gabon, maar in Japan is er zoveel meer te doen en de belangstelling voor de muziek is er niet evenaarbaar. Het publiek is er dermate gespecialiseerd dat ze met de partituur op de schoot een concert volgen. Of het nu Japan of later Turkije, Abu Dhabi of Taiwan was, iedere locatie vraagt toch weer een aanpassing.. Bijwijlen moet je vindingrijk zijn en soms helpt het lot wel wat. “Japan was op dat vlak een onvoorzien schot in de roos. Toen ik arriveerde wou het toeval dat het Antwerp Symphony Orchestra leiding van Philippe Herreweghe Japan aandeed voor een tournee. Een ongeluk voor hem, maar een bijkomend geluk voor mij was dat de fluitist met een gekneusde rib uitviel. Ik mocht invallen, leerde via deze rondreis grote delen van Japan kennen en legde er heel wat connecties.”

Christian speelde in Japan ‘Ne me quitte pas’ van Jacques Brel met een kotospeelster. “Het koste me maanden voorbereiding omdat niemand ooit eerder Brel op koto speelde. De muzikante zelf was een analfabete in Westerse muziek.” En dat typeert Christians uitdaging in het buitenland: niet met vlaggen staan zwaaien, maar de creatie van een culturele symbiose. “Ik leer van hen en tracht hen iets van onze cultuur bij te brengen. Het was een absoluut hoogtepunt. Mijn muzikale herinneringen zijn reusachtig. Ik had het geluk om op locaties blijven terug te komen, oom een masterclass te geven. En zo heb ik het altijd gedaan. Vandaag is Antwerpen mijn thuis, maar ook dat voelt als een nieuwe post. Carmens carrière stopt, maar de mijne loopt door. Opnieuw bouw ik een netwerk uit. Opnieuw maak ik van de nood, maar vooral van iedere noot een deugd.”

Auteur:
Koen Van der Schaeghe